In Veurne openden eind oktober 2020 de Provincie West-Vlaanderen en POM West-Vlaanderen de deuren van Acasus. Dit provinciaal centrum wordt hét aanspreekpunt voor particulieren, bouwprofessionals en lokale besturen die meer willen weten over duurzaam wonen, bouwen en verbouwen.
Met het nieuw gebouw wordt de werking van Acasus verankerd als provinciaal centrum voor duurzaam bouwen en renoveren in West-Vlaanderen. De belangrijkste doelstelling hierbij is de volledige bouwketen bewust maken van de noodzaak van duurzaam bouwen, door te inspireren, te demonstreren en kennis te delen.
Het Departement Omgeving van het Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO) richt de blik op het toekomstbestendige woonomgevingen. Naast integrale ruimtelijke duurzaamheid dient hierbij volop ingezet te worden op de impact van de omgeving op de gezondheid van haar bewoners.
Samen met het Departement Omgeving onderzocht het onderzoeksteam Atelier Romain, PPUL en Osar hoe we toekomstbestendige woonomgevingen kunnen ontwerpen opdat deze bijdragen tot de gezondheid van haar bewoners. De publicatie bevat zeven ambities voor het toekomstbestendig en gezond ontwerpen van woonomgevingen. Elke ambitie is uitgewerkt in meerdere concrete ontwerpfiches met richtlijnen. Deze tonen hoe de leefomgeving kan ontworpen worden opdat deze bijdraagt tot de gezondheid.
In de WTCB-publicatie Naar een circulaire economie in de bouw vind je een inleiding tot de principes van de circulaire economie in de bouwsector. De monografie geeft een overzicht van wat de circulaire economie betekent of zou kunnen betekenen voor de bouwsector en van de kansen die ze creëert op het gebied van innovatiemogelijkheden, nieuwe markten, ….
Het begrip circulaire economie komt steeds meer in de belangstelling maar wat betekent dit nu eigenlijk? Na een korte inleiding over de socio-economische context die aan de grondslag lag van de opkomst van dit nieuwe model gaat het document dieper in op de betekenis ervan voor de bouwsector en dit aan de hand van drie grote thema’s:
● het ontwerp en de uitvoering van een gebouw volgens de principes van de circulaire economie
● urban mining
● circulaire business modellen.
Voor elk thema worden belangrijke aspecten beschreven, technische voorbeelden gegeven en een aantal goede voorbeelden aangereikt. Tevens wordt gekeken naar toekomstige ontwikkelingen, uitdagingen en mogelijkheden van circulair bouwen.
Op deze plaats werd eerder de schijnwerper op circulaire economie gericht. Zo biedt het project TOTEM -om de milieu impact van gebouwen te berekenen- interessante aanknopingspunten om de Belgische bouwsector te ondersteunen bij het verminderen van milieu impact. Verder blijken Circulaire business modellen absoluut de nodige voordelen te bieden en ontwikkelt in Westerlo Kamp C een circulair bedrijventerrein om circulair bouwen in de praktijk te brengen.
Levenslang thuis met de comforttool? Niet alleen wordt op die manier het comfort in je woning verbeterd, ook helpt de tool de juiste vragen te stellen aan architect, aannemer of makelaar.
De comforttool werd ontwikkeld door onderzoekers van de Faculteit Architectuur en kunst van de Universiteit Hasselt. De tool is wetenschappelijk onderbouwd en gebruikt de principes van Universal Design en energie-efficiëntie. Het gereedschap is ontwikkeld in het kader van de Proeftuin Mutatie+, gefinancierd door het Vlaamse Agentschap Innoveren & Ondernemen (VLAIO). Het consortium Mutatie+ streeft naar het levensloopbestendig renoveren van (sociale) mutatiewoningen tot Bijna-Energie-Neutrale (BEN) woningen (E30-peil) met prioritaire aandacht voor de verbetering van de gebouwschil, gecombineerd met aanpassingen die levenslang wonen mogelijk maken.
De comforttool kan gratis gebruikt worden en heeft geen commerciële doeleinden. De opzet wil bewoners in contact brengen met de juiste informatie en experts zodat ze een comfortabel huis kunnen bouwen waarin ze zich thuis voelen tijdens alle fases van hun leven. Levenslang thuis met de comforttool; om een goed gevoel aan over te houden!
Op Batibouw 2018 werd TOTEM gelanceerd; een digitale interface waarmee de Belgische bouwsector aan de slag kan om de milieu-impact van gebouwen te kwantificeren en op die manier ook te verminderen.
Onder invloed van Europese voorschriften voor de energieprestaties van gebouwen (EPB) werkte de sector de afgelopen jaren intensief aan de vermindering van het energieverbruik van gebouwen. Hierdoor zijn de prestaties sterk geëvolueerd.
Maar gebouwen met de beste energieprestaties vereisen meer materialen en kennen meer complexe technische installaties. Zo werden aan de klassieke constructie-elementen steeds meer isolatiematerialen toegevoegd, zonnepanelen, ventilatiesystemen en andere noodzakelijke elementen nodig om energiezuinige gebouwen te laten functioneren.
De milieu-impact gelinkt aan het energieverbruik tijdens de gebruiksduur van een recent gebouw neemt gevoelig af in vergelijking met oude, slecht geïsoleerde gebouwen. Vanuit die optiek zijn het dus vooral bouwmaterialen zelf die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de milieu-impact, tot meer dan 50% van de globale impact.
In elke fase van zijn levenscyclus verbruikt een gebouw(element) hulpbronnen en ontstaan er emissies (output) met vaak een gevaarlijke impact op het milieu (grijs water, uitlaatgassen, gevaarlijke hulpproducten, CO2, …). Dit kan resulteren in vervuiling van water, lucht en bodem en zelfs ecosystemen vernietigen en op die manier bijdragen aan verlies aan biodiversiteit. Niet in het minst kan het ook de gezondheid van de mens en andere levende wezens schaden.
Precies het geheel van deze effecten met milieu-impact moet geïdentificeerd, geïnventariseerd en geclassificeerd worden, zodat een evaluatie op een wetenschappelijk onderbouwde manier kan gebeuren. TOTEM heeft als voornaamste doelstelling om de kennis en inzicht te verspreiden op het vlak van milieuprestaties van gebouwen en de dialoog te faciliteren binnen de bouwsector. Met de tool is het mogelijk om op een uniforme manier, neutraal en aangepast aan de specifieke Belgische context, de milieuprestaties van gebouwelementen en gebouwen te berekenen en daarover te communiceren.
Waar de klassieke bouw het best te vergelijken valt met een fossiele structuur leidt de opkomst en het stimuleren van de zogenaamde Smart Industry tot een slimmere bouwketen.
Smart Industry of ook wel Industry 4.0 is de naam voor een trend van automatisering en gegevensuitwisseling die gebruikt wordt bij industriële fabricagetechnieken.
Dit levert de nodige uitdagingen op. Zoals andere, meer vernuftige, producten vervaardigen met gebruik van minder energie en hergebruik van materiaal. En het zich steeds aanpassen aan en nieuwe oplossingen bieden voor veranderingen in de markt. Dit alles vraagt wel om een stevige drijfveer uit de sector.
Ontwerpen, bouwen en beheren van gebouwen waarin verschillende vormen van energie en water op de meest efficiënte manier ingezet worden is ondertussen gemeengoed. Dit levert een groeiende behoefte op aan samenwerking en beheer van data, niet alleen door alle betrokken partijen maar ook in elke fase van het leven van het gebouw.
‘Connect en collaborate’ zijn en blijven in de Smart Industry sleutelwoorden, het zoeken van nieuwe wegen is daarbij noodzaak.
Circulaire business modellen voor de gebouwde omgeving kunnen voor de bouwsector grote bijkomende voordelen opleveren. Door de baten te benadrukken wordt gehoopt dat meer bedrijven hier ook op in zullen spelen.
Wereldwijd is de bouwsector de grootste verbruiker van grondstoffen en hulpbronnen. In het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld verbruikt de bouwsector 60% van alle beschikbare grondstoffen. Binnen de EU is de bouw- en afbraaksector verantwoordelijk voor 25-30% van de totale hoeveelheid afval. Volgens een onderzoek, uitgevoerd door bouwbedrijf BAM, ingenieursbureau ARUP en the Ellen MacArthur Foundation, kan de integratie van circulaire business modellen in de sector ervoor zorgen dat bespaard kan worden op grondstof- en afvalverwerkingskosten.
In het rapport van dit onderzoek wordt benadrukt dat innovatie een uiterst belangrijke rol speelt bij het opschalen van circulaire business modellen. Zo moeten er databanken gecreëerd worden die inzicht bieden hoe bepaalde materialen opnieuw gebruikt kunnen worden. Een dergelijke database biedt daarnaast informatie over de restwaarde van gebruikte materialen aan het eind van de levenscyclus van een gebouw. Ook de verdere integratie van een BIM-model is cruciaal om mensen, processen en technologie samen te brengen zodat de efficiëntie en prestaties van circulaire business modellen verhoogd worden.
BEN of Bijna Energie Neutraal, dat predicaat verdient elke woning die een K-peil van 30 en een E-peil van 8 haalt.
Het E-peil is een maat voor de energieprestatie van een woning en de vaste installaties ervan in standaardomstandigheden. Hoe lager het E-peil, hoe energiezuiniger de woning is. Het E-peil hangt af van de thermische isolatie, luchtdichtheid, de compactheid, oriëntatie en bezonning van het gebouw. Daarnaast beïnvloeden ook de vaste installaties (voor verwarming, warmwatervoorziening, ventilatie, koeling en verlichting) van het gebouw deze maatstaf.
Bouw- en verbouwprojecten waarvoor een bouwaanvraag of een melding nodig is moeten aan de EPB-eisen en de EPB-procedure voldoen. Deze eisen worden regelmatig aangescherpt en bereiken tegen 2021 het niveau BEN of Bijna Energie Neutraal bouwen.
Het bijzondere aan BEN-woningen is niet alleen dat ze erg weinig energie verbruiken voor verwarming, ventilatie, koeling en warm water. De energie die dan nog nodig is halen ze hoofdzakelijk uit groene energiebronnen.
Om nieuws, innovatie en trends over te brengen naar bedrijven in de bouwsector is De Wijk van Morgen, een open platform voor innovatie, opgezet.
De bouwsector staat van oudsher bekend als conservatief en een archipel van kleine eilandjes. Gekende knelpunten houden momenteel open innovatie en de doorstroom van informatie tegen. Veel bedrijven in de bouwsector zijn absoluut innovatief bezig, ieder echter voor zich. Vaak weten ze van elkaar niet waarmee zij bezig zijn en kom je pas in het buitenland op een congres goede voorbeelden uit eigen regio tegen.
Het is noodzakelijk dat de bouwsector nu verandert. Business as usual is een sterfhuis scenario, waarvan elke dag nieuwe voorbeelden te vinden zijn. De nieuwe economie of de transitie om ons heen kenmerkt zich door een aantal trends: snel, direct, gepersonaliseerd, ontzorgend, horizontale platforms, nieuwe spelers en onwaarschijnlijke partners, cross sectoraal, digitaal, open, samenwerking, visie-gedreven, enzovoort. Dat zijn de trends die je overal ziet terugkomen in de nieuwe economie. De veranderingen zijn groot en de innovatie disruptief. Als de ‘conservatieve’ bouwsector deze switch nu niet maakt, zal zij de boot missen en komen er nieuwe spelers die de markt zullen overnemen.
Via de website De Wijk van Morgen volg je het laatste nieuws, doe je inspiratie op of kun je zelfs toetreden tot de community.
De dag dat de VN klimaatconferentie in Parijs een akkoord bereikt is een mooi moment even stil te staan bij het feit dat gebouwen verantwoordelijk zijn voor naar schatting 40% van de totale uitstoot van broeikasgassen in de wereld en de grootste afzonderlijke bijdrage leveren van kooldioxide-uitstoot.
Aangezien de wereldbevolking in een hoog tempo blijft groeien en een voortdurende migratie van mensen van het platteland naar stedelijke gebieden plaats heeft, zal ook de totale gebouwde omgeving toe blijven nemen. In die context is het dan ook geen verrassing dat de top op 3 december een speciale ‘Buildings Day’ kende waar bekeken werd hoe de bouwsector meer duurzaam gemaakt kan worden.
Positief nieuws is dat technologie en oplossingen nodig om meer duurzame gebouwen te maken voorhanden zijn. Door beter gebruik van ontwerpsoftware en technieken kan het energieverbruik in een gebouw sterk verminderen. Gezien het feit dat 60% van de gebouwenvoorraad op de wereld tussen nu en 2030 ofwel herbouwd zal worden of nieuw geconstrueerd is er ruimschoots gelegenheid die voorraad duurzamer te krijgen!
Ook de overheid doet een duit in het zakje door met regel- en wetgeving betere energieprestaties van gebouwen te eisen en nieuwe bouwprojecten te verplichten bepaalde prestaties voor de energiegebruik en duurzaamheid te behalen.